Podotherapie - podotherapeut

Bron: Podotherapie.nl

Wat is een podotherapeut en wat kan podotherapeut?

Podotherapeuten zijn met betrekking tot het vakgebied podotherapie de enige beroepsbeoefenaren met een Hogere Beroeps Opleiding (lees: hoger beroeps opleiding), met een Bachelor-degree. Een dergelijke opleiding is wettelijk erkend als deze voldoet aan wat omschreven staat in de Wet-BIG, artikel 34. Op dit moment zijn door het Ministerie van Onderwijs alleen erkend de podotherapie-opleidingen bij Fontys Hogescholen (Eindhoven en Amsterdam) en Saxion (Enschede).

De titel Podotherapeut is een bij wet beschermde titel. Een en ander staat beschreven in artikel 34 van de Wet-BIG. Podotherapeuten dienen te voldoen aan een aantal kwaliteitseisen en kunnen zich laten registreren in het Kwaliteitsregister Paramedici. In dit register vindt ook registratie plaats van logopedisten, diëtisten, ergotherapeuten, oefentherapeuten Cesar en Mensendieck, orthoptisten, optometristen, huidtherapeuten, radiologisch laboranten en ? therapeuten. Om periodiek geregistreerd te kunnen worden in dit register dienen de ingeschreven beroepsbeoefenaren te voldoen aan de opgestelde kwaliteitseisen (zie: www.kwaliteitsregisterparamedici.nl).

Podotherapeuten hebben een eigen AGB-code. De letters AGB staan voor AlgemeenGegegevensBeheer Zorgverleners. Dit is een register waarin gegevens van alle officiële zorgverleners in Nederland worden vastgelegd. Deze gegevens zijn voorzien van een unieke codering; de AGB-code. De AGB-code van podotherapeuten begint met de cijfers 26. De meeste podotherapeuten (ca. 98%) zijn lid van de Nederlandse Vereniging van Podotherapeuten.

Een podotherapeut is een paramedicus en behandelt mensen met voetklachten en/of klachten die voortvloeien uit een afwijkend functioneren van de voeten en/of het looppatroon. Deze behandeling vindt plaats door middel van het toepassen van therapieën op het niveau van de voet. Paramedisch wil zeggen dat de podotherapeut werkt op verwijzing van een praktiserend arts of specialist, zoals omschreven in artikel 34 van de Wet-BIG.

Klik in onderstaand overzicht voor de verschillende onderdelen:
Welk type klachten behandelt de podotherapeut Welke therapieën kan een podotherapeut toepassen
Waaruit bestaat het onderzoek In welke settings is de podotherapeut werkzaam

Wetenschappelijk onderzoek Kwaliteit
Vergoedingen door verzekeraars  
  

Welk type klachten behandelt de podotherapeut?

  • standsafwijkingen aan voeten, inclusief de tenen en de nagels
  • klachten ten gevolg van overbelasting
  • vermoeidheidsklachten
  • specifieke voetproblemen bij kinderen
  • sportblessures
  • problemen elders in het lichaam, veroorzaakt door een afwijkende voetstand of een afwijkend looppatroon (knie, heup, rug)
  • huid- en nagelaandoeningen
  • klachten bij risicopatiënten, zoals vaatlijden, diabetes mellitus en reuma (zoals open wonden/ulcera en nagelproblemen)

Waaruit bestaat het onderzoek?

Na diagnose van de verwijzer voert de podotherapeut een uitgebreid onderzoek uit, waarbij de volgende aspecten uitvoering aan de orde komen:

  • Anamnese (de voorgeschiedenis van een ziekte; datgene wat de patiënt bij het onderzoek naar de oprzaak van de klacht aan de podotherapeut vertelt)
  • Inspectie
  • Palpatie (palpatie, ook wel bekend als palperen, is het uitwendig met de hand of handen bevoelen van de te onderzoeken delen van het lichaam)
  • Functieonderzoek (hierbij worden o.a. de beweeglijkheid en de stabiliteit van de gewrichten in de voeten en enkels onderzocht. Indien nodig wordt ook een functieonderzoek van de knieën, heupen en/of rug uitgevoerd. In sommige gevallen kan het nodig zijn spiertesten uit te voeren en te kijken op welke plaatsen bij welke druk of houding pijn ontstaat om de klachten te lokaliseren)
  • Ganganalyse (hierbij wordt gekeken naar de afwikkeling en de beweging van de voet en indien nodig ook naar de beweging van de knieën, heupen en romp)
  • Podoscopie (een podoscoop is een lichtbak, waarin op de bodem een spiegel is geplaatst. Staat iemand op deze lichtbak dan kan de podotherapeut de onderkant van de voeten via deze spiegel bekijken. De podoscoop wordt gebruikt om de drukverdeling van de voetzool te laten zien en te beoordelen)
  • Voetdrukmeting/podografie (dit is een techniek waarbij de drukverdeling onder de voeten wordt gemeten door op een drukmeetplaat te staan of over een drukmeetplaat te lopen)
  • Schoeninspectie (bij schoeninspectie kan vaak nuttige informatie worden afgeleid uit het slijtpatroon van de zolen en de toestand van het bovenwerk. Neem daarom bij een bezoek aan de podotherapeut schoenen mee waarop al veel is gelopen)
  • Differentiaaldiagnose (de letterlijke betekenis van ?differentiaaldiagnose? is ?waarschijnlijkheidsdiagnose?. Het betekent dat de podotherapeut onderscheid maakt tussen diagnosen die veel van dezelfde karakteristieken gemeen hebben om zo te komen tot de juiste diagnose)
  • Diagnose
  • Behandeldoelen
  • Behandelplan
  • Behandeltermijn

 

Bij het onderzoek komen alle aspecten aan de orde, zowel de medische aspecten als de biomechanische aspecten:

  • bij medische aspecten valt de te denken aan algemene en specifieke pathologieën, orthopedie, neurologie, geriatrie, etc.
  • bij het biomechanische aspect wordt gekeken hoe men beweegt en welke factoren met betrekking tot het samenspel van spieren/pezen en gewrichten een rol spelen.

Welke therapieën kan een podotherapeut toepassen?

  • zolen/inlay's; afhankelijk van de aandoening wordt voor de opbouw gekozen uit diverse elementen (zoals: correctie, drukverdeling, stimuleren) en ook worden keuzes gemaakt uit diverse materialen, waarbij zeker ook gekeken wordt naar het doel van het gebruik. Zo zullen zolen voor sporters veelal uit ander materiaal en/of een andere opbouw bestaan;
  • orthesen; dit zijn hulpmiddelen ?meestal gemaakt van siliconen? om bijvoorbeeld de stand van de tenen te corrigeren of pijnlijke plekken op/tussen/onder de tenen of elders op de voet te beschermen en/of te ontlasten;
  • orthonyxie; dit wordt ook wel genoemd een ?beugeltje'. Dit beugeltje wordt gebruikt voor het aanpassen van de vorm van de nagel en/of het voorkomen van een ingegroeide nagel. Dit beugeltje bestaat uit hetzelfde materiaal als beugels die in de mond worden gebruikt en heeft hetzelfde werkingsprincipe;
  • instrumentele behandeling; deze behandeling kan bestaan uit bijvoorbeeld het behandelen van een ingegroeide nagel of een zeer pijnlijke likdoorn, maar ook wondbehandeling ingeval van risicopatiënten, zoals diabetes-mellitus, reuma en vaatlijden;
  • voorlopige therapieën; hieronder wordt verstaan het toepassen van bijvoorbeeld drukontlastende viltbandages om een slijmbeursontsteking of een likdoorn drukvrij te leggen, maar ook tapeverbanden, zoals in het geval van een hielspoor/peesontstekingen/gescheurde enkelbanden;
  • manuele therapie; een aantal podotherapeuten is geschoold om gewrichten te mobiliseren;
  • shockwave-therapie: een beperkt aantal podotherapeuten past deze therapie toe ingeval van hielklachten: hielspoor;
  • schoenadviezen; afhankelijk van de klacht kunnen schoenadviezen worden gegeven. Schoenen zijn een belangrijke factor bij het ontstaan en/of voorkomen van klachten;
  • schoenaanpassingen; lichte schoenaanpassingen kunnen worden gedaan of adviezen kunnen worden gegeven voor het laten aanpassen van (orthopedische) schoenen.

In welke settings is de podotherapeut werkzaam?

  • zelfstandig; het grootste deel van de podotherapeuten werkt in een zelfstandige praktijk, vaak met een aantal andere podotherapeuten;
  • multidisciplinair; het komt steeds vaker voor dat podotherapeuten met diverse disciplines samenwerken, al dan niet in dezelfde praktijk. Bij deze disciplines valt te denken aan: (kinder)fysiotherapeuten, oefentherapeuten Cesar/Mensendieck, huidtherapeuten, diëtisten, (medisch) pedicures, pedicures met een aantekening diabetes en/of reuma, orthopedisch schoentechnici, gipsverbandmeesters;
  • voetenpoliklinieken: in steeds meer ziekenhuizen is sprake van een speciale voetenpolikliniek in het bijzonder voor het behandelen van diabetes mellitus patiënten. In een voetenpolikliniek is sprake van een multidisciplinair team. Zo'n team kan, afhankelijk van het ziekenhuis, uit verschillende disciplines zijn samengesteld. Naast de podotherapeut kan een voetenteam bestaan uit: vaatchirurg, algemeen chirurg, dermatoloog, revalidatiearts, orthopedisch schoentechnicus, diabetes-verpleegkundige, gipsverbandmeester, etc.

Wetenschappelijk onderzoek / Evidence Based Practice

De medische wereld en zorgverzekeraars vragen steeds vaker naar wetenschappelijk onderzoek op het gebied van de podotherapie. Inmiddels heeft de NVvP een aantal wetenschappelijke projecten opgestart die al in een vergevorderd stadium zijn. De onderwerpen van de diverse projecten zijn:

  • Verwijzing podotherapie en wondgenezing
  • Incidentie van gezondheidsproblemen
  • Voetdrukmeting (effecten van schoenen op druk onder de voetzool)
  • Patiënttevredenheid
  • Klinimetrie betrouwbaarheid en validiteit (de klinimetrie houdt zich bezig met het meten van klinische verschijnselen. Aandachtsgebieden van klinimetrie zijn het meten van symptomen, ziekten, determinanten van ziekten en de effectiviteit van behandelingen. Tot slot houdt de klinimetrie zich ook bezig met het bepalen van de waarde van een diagnostische test. De klinimetrie richt zich hoofdzakelijk op het beoordelen van de kwaliteit van meetinstrumenten en metingen en op methoden om die kwaliteit te verbeteren)

Kwaliteit

Alle leden van de NVvP dienen aan de door de vereniging gestelde kwaliteitseisen te voldoen, zoals:

  • (periodieke) registratie in het Kwaliteitsregister Paramedici;
  • visitatie: iedere podotherapeut is verplicht zich 1x per 5 jaar als beroepsbeoefenaar te laten visiteren. Bij een voldoende visitatie (beoordeeld aan de hand van een voldoende kwaliteitsprofiel en een voldoende verbeterplan, wordt een certificaat uitgereikt;
  • bij- en nascholing: om kennis en kunde op peil te houden dient men bij- en nascholing te volgen op minimaal HBO-niveau;
  • richtlijnen NVvP: door de beroepsvereniging is een aantal richtlijnen ontwikkeld waaraan de leden zich dienen te houden. Dit zijn onder meer de richtlijn Methodisch Handelen, de richtlijn Hygiëne en de richtlijn Minimum Inrichtingseisen.

Daarnaast zijn er richtlijnen/standaarden, waarin ?podotherapeuten' specifiek worden genoemd, zoals:

  • Richtlijn Diabetische voet, ontwikkeld op initiatief van het NIV, CBO en NDF in het kader van het programma EBRO (Evidence Based Richtlijn Ontwikkeling). De ontwikkeling van de richtlijn is financieel mogelijk gemaakt door de Orde van Medisch Specialisten. De richtlijn is een herziening van de ?CBO' Richtlijn Diabetische voet van 1998.
  • Standaard Diabetische voet van het Nederlands Genootschap van Huisartsen (NHG).
  • Protocol Diabetische voet (Onze Lieve Vrouw Gasthuis, Amsterdam)

Vergoedingen door zorgverzekeraars

De behandeling door podotherapeuten valt niet onder de basisverzekering. De meeste zorgverzekeraars hebben aanvullende polissen waaruit wel vergoedingen worden betaald. Bij een aantal verzekeraars hebben risicopatiënten recht op vergoedingen voor extra behandelingen (Klik hier voor een overzicht)